Home » Participatiebewijzen

Categorie archieven: Participatiebewijzen

Participatiebewijs: vernietiging van besluiten

In deze uitspraak van het hof Amsterdam was  de vraag aan de orde of de houder van een winstcertificaat uitgegeven door een stichting tot de kring van betrokkenen behoort, niet alleen bij de stichting, maar ook bij de onderliggende BV.

Indien de houder van een winstcertificaat tot die kring behoort, kan hij opkomen tegen (bijvoorbeeld) een voor hem nadelig besluit tot vaststelling van de jaarrekening van de vennootschap.

Wat is een ‘winstcertificaat’? Dit is geen certificaat uitgegeven op een onderliggend aandeel; het lijkt veel meer op een participatiebewijs. Een participatiebewijs houdt in dat op grond van een contractuele verhouding tussen de houder van het bewijs en de vennootschap tegen inbreng een recht op winst van de vennootschap wordt verkregen. In de literatuur is de heersende opvatting dat de houder van een participatiebewijs tot de kring van betrokkenen bij de vennootschap behoort.

De vraag is echter of dit ook het geval is, indien niet de vennootschap zelf, maar een bovenliggende stichting (die alle aandelen in de BV houdt) de winstcertificaten heeft uitgegeven. Kan in dat geval de houder van een winstcertificaat opkomen tegen  een voor hem nadelig besluit, ondanks dat hij geen directe contractuele verhouding met de vennootschap heeft?

In dit geval oordeelde het hof dat de houder van een winstcertificaat uitgegeven door een stichting tot de kring van betrokkenen behoort, niet alleen bij de stichting, maar ook bij de onderliggende BV. Het hof hecht terecht waarde aan de grote mate van verwevenheid tussen de stichting en de vennootschap. Zo hield de stichting alle aandelen in de BV en was de hoogte van de leningen die verstrekt werden aan de stichting (als inbreng voor de winstcertificaten) afhankelijk  van het arbeidsverleden van de houder van het winstcertificaat bij de vennootschap. Daarnaast was de vennootschap partij bij een tussen de houder van het winstcertificaat en de stichting gesloten vaststellingsovereenkomst, zodat een directe contractuele verhouding tussen de vennootschap en de houder van het winstcertificaat ontstond. De houder van een winstcertificaat van de stichting kon ook daarom vernietiging van besluiten van de vennootschap vorderen.

Een uitgebreide bespreking van deze uitspraak en ook van de uitspraak van de rechtbank (klik hier voor de vindplaats) die aan deze uitspraak voorafging is te vinden in mijn noot in Jurisprudentie in Nederland (JIN) (december 2014, aflevering 10, nr. 216).

participatiebewijzen

 

De kapitaalverschaffer zonder stemrecht in de BV

Op 31 mei 2013 promoveerde ik aan de Universiteit Maastricht op een proefschrift over de kapitaalverschaffer zonder stemrecht in de BV.

Met de inwerkingtreding op 1 oktober 2012 van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht is in Nederland het stemrechtloze aandeel geïntroduceerd. In mijn proefschrift stel ik deze nieuwe rechtsfiguur centraal. Ik bespreek de rechtspositie van de stemrechtloze aandeelhouder en betrek daarbij de positie van houders van andere rechtsfiguren
zonder stemrecht: de houder van een certificaat van aandeel met en zonder vergaderrecht, de houder van een participatiebewijs en de houder van een aandeel waarbij het stemrecht is overgedragen aan de vruchtgebruiker of pandhouder. Daarmee kom ik in mijn onderzoek tot vijf kapitaalverschaffers zonder stemrecht in de BV, die met elkaar worden vergeleken. Door middel van een literatuur- en jurisprudentieonderzoek, waaronder ook de parlementaire geschiedenis, is (onder meer) de wettelijke regeling van het stemrechtloze aandeel en het certificaat met en zonder vergaderrecht en het daarbij behorende overgangsrecht kritisch tegen het licht gehouden.

In mijn proefschrift stel ik de verhouding van de kapitaalverschaffers zonder stemrecht tot de vennootschap, het bestuur van de vennootschap en de andere kapitaalverschaffers van de vennootschap met stemrecht in de algemene vergadering centraal. Ik onderzoek door welke rechten, verplichtingen en normen die verhoudingen worden ingevuld en op welke wijze de eerder genoemde kapitaalverschaffers zonder stemrecht hun rechten en belangen kunnen waarborgen.

Na de inleiding wordt de voorgeschiedenis en de introductie van het stemrechtloze aandeel in Nederland besproken. Ik inventariseer mogelijke kapitaalparticipaties zonder stemrecht in de BV. Vervolgens komen de eerder genoemde verhoudingen aan de orde, waaronder de interne verhoudingen van de BV en daarmee het spanningsveld waarin de kapitaalverschaffer zonder stemrecht zich bevindt. Ook worden de rechten van deze kapitaalverschaffers besproken. Daarna komt de open norm van de redelijkheid en billijkheid en de zorgplichten in relatie tot de kapitaalverschaffer zonder stemrecht aan de orde. Tot slot besteed ik aandacht aan de afdwingbaarheid van hun rechten.

Mijn proefschrift is hier te verkrijgen.

 

De kapitaalverschaffer zonder stemrecht in de BV

 

Over Rogier Wolf

Rogier Wolf is advocaat en universitair docent ondernemingsrecht. Tot zijn expertise behoren de flex-bv en kapitaalparticipatie zonder stemrecht in de bv. Rogier adviseert onder andere over stemrechtloze aandelen, certificering van aandelen en participatiebewijzen. Hij is een veelgevraagd docent en spreker en publiceert zeer regelmatig over het ondernemingsrecht. Contact?