Home » Berichten getagged 'onrechtmatige daad'

Tag archieven: onrechtmatige daad

DGA verkoopt zijn aandelen aan een derde kort voor faillissement. Aansprakelijkheid jegens schuldeisers van de vennootschap

Niet zelden vist een crediteur die een vordering op een vennootschap heeft achter het net. Daarvoor kunnen talloze oorzaken zijn. In lagere rechtspraak gaat het met enige regelmaat om een situatie waarin een enig aandeelhouder en bestuurder (‘DGA’) van een bv zijn aandelen in het kapitaal van die vennootschap aan een derde overdraagt. Kort daarna gaat de vennootschap failliet. De crediteur blijft vervolgens onbetaald achter en heeft in de regel slechts een concurrente vordering op de boedel. Veelal is sprake van (een vorm van) faillissementsfraude, die de samenleving veel geld kost.
De vraag is of in deze gevallen sprake is van een onrechtmatige aandelenoverdracht. Zo ja, is de DGA aansprakelijk voor de schade die de crediteur als gevolg van deze onrechtmatige daad lijdt? Is in dat geval sprake is van bestuurders- of van aandeelhoudersaansprakelijkheid?

Ik schreef daarover eerder in mijn bijdrage in de Geschriften vanwege de Vereniging Corporate Litigation 2016-2017.

Op 1 oktober 2019 wees het Hof Den Haag een arrest over dit onderwerp (ECLI:NL:GHDHA:2019:2947). Ook hier ging het om een DGA die zijn aandelen verkoopt aan een derde kort voor het faillissement van zijn vennootschap. In dit geval achtte het hof de DGA niet aansprakelijk jegens de schuldeisers van de vennootschap. Ik schreef onder die uitspraak een annotatie voor de rubriek Ondernemingsrecht van Jurisprudentie in Nederland (JIN). Klik hier om die noot te lezen.

Externe bestuurdersaansprakelijkheid, geen collectieve aansprakelijkheid

In deze video bespreek ik het arrest van de Hoge Raad van 30 maart 2018 (ECLI:NL:HR:2018:470, Van Nieuwburg c.s./TMF Management c.s.). In dat arrest gaat het over externe bestuurdersaansprakelijkheid jegens schuldeisers op grond van onrechtmatige daad. Daarvoor geldt geen collectieve aansprakelijkheid. Iedere bestuurder moet voor de vaststelling van aansprakelijkheid een persoonlijke ernstig verwijt te maken zijn, in te vullen door de bijzondere omstandigheden van het geval. Voor een dergelijke verwijt geldt een hoge drempel.

Mijn dank gaat uit naar Etienne van Bladel van de Academie voor de Rechtspraktijk in Waardenburg, die deze video en onderstaande foto heeft mogelijk gemaakt.

Onder deze uitspraak van de Hoge Raad heb ik ook een noot geschreven. Klik hier voor de noot.

Geen hoofdelijke aansprakelijkheid bij bestuurdersaansprakelijkheid jegens schuldeisers op grond van onrechtmatige daad

Op 30 maart 2018 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de externe aansprakelijkheid van een bestuurder van een vennootschap jegens een schuldeiser op grond van onrechtmatige daad. De vragen waren of (i) bij een meerhoofdig bestuur de collectieve verantwoordelijkheid leidt tot collectieve (en hoofdelijke) aansprakelijkheid, en (ii) het nalaten van het houden van toezicht door een medebestuurder op het naleven van wettelijke bepalingen door de andere bestuurder(s) tot een persoonlijk ernstig verwijt van die medebestuurder leidt.

De Hoge Raad beantwoordt de eerste vraag negatief en verwijst naar een aantal standaardarresten, zoals Ontvanger/Roelofsen, Hezeman Air en RCI. Bij deze vorm van aansprakelijkheid gaat het om een secundaire aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap jegens een derde op grond van onrechtmatige daad, waarvoor bijzondere omstandigheden zijn vereist en een hoge drempel geldt. Deze hoge drempel wordt gerechtvaardigd, omdat ten opzichte van de derde primair sprake is van handelingen van de vennootschap en door het maatschappelijk belang dat wordt voorkomen dat bestuurders hun handelen in onwenselijke mate door defensieve overwegingen laten bepalen Of de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt, is afhankelijk van de aard en ernst van de normschending en de overige omstandigheden van het geval. Uit het persoonlijke karakter van het ernstige verwijt dat de bestuurder moet kunnen worden gemaakt volgt dat voor het aannemen van aansprakelijkheid voor iedere bestuurder afzonderlijk moet worden vastgesteld dat hij in zijn hoedanigheid onrechtmatig heeft gehandeld en dat dit handelen (waaronder is begrepen nalaten) aan hem kan worden toegerekend, aldus de Hoge Raad. Kort gezegd, collectieve verantwoordelijkheid brengt in het kader van bestuurdersaansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad jegens een schuldeiser geen hoofdelijke aansprakelijkheid mee. Lees hier de uitspraak van de Hoge Raad.

In mijn noot in Jurisprudentie in Nederland (JIN 2018/95) bespreek ik dit arrest en ga ik ook in op het antwoord op de tweede vraag. Voor de positieve beantwoording van die vraag zijn aanknopingspunten te vinden in de literatuur en jurisprudentie. Lees hier de noot.

Over Rogier Wolf

Rogier Wolf is advocaat en universitair docent ondernemingsrecht. Tot zijn expertise behoren de flex-bv en kapitaalparticipatie zonder stemrecht in de bv. Rogier adviseert onder andere over stemrechtloze aandelen, certificering van aandelen en participatiebewijzen. Hij is een veelgevraagd docent en spreker en publiceert zeer regelmatig over het ondernemingsrecht. Contact?